Tent opzetten voor dummies

Uit FietsVakantieWiki

Opzetten[bewerken]

Daar sta je dan op de kampeerplek om half vijf 's middags. De tocht was langer dan je dacht, het is heet en je bent voldaan maar moe. Je hebt zin in een glas bier bij het barretje, nootjes, chips, koffie of (instant)soep en schaduw maar uit de richting waar de wind vandaan komt zie je wolken aankomen. Toch maar snel de tent opzetten. Nu is het zaak het juiste plekje te vinden.

Je wilt graag vlak slapen en zoals vaak zijn vlakke percelen in vakantielanden schaars. Menige camping is prima voor caravans, maar de grond bobbelt alle kanten op. Neem dan even de tijd; door het vele fietsen is je evenwichtsorgaan juist op dit moment van de dag niet op zijn best. Zoek een plekje dat vlak is of een klein beetje helt. Probeer de plek desnoods uit door er ter plekke te gaan liggen. Als het een beetje helt ga je met het hoofd aan de hoge kant liggen; je hoofd net iets hoger voelt natuurlijk aan. Als dat niet uitkomt met de uitgang van de tent kun je desnoods overwegen andersom in de tent te gaan liggen. Als helemaal vlak niet lukt kun je de te lage stukken en de gaten opvullen door kleding onder je matje te leggen.

Je wilt echter ook rekening houden met de zon. Dat betekent ofwel dat je schaduw wilt, ofwel dat je juist wél zon op je tent wilt. Hou dan rekening met de stand van de zon over een paar uur en in de ochtend. Misschien is het beter de tent nu in de brandende zon op te zetten zodat je later profiteert van schaduw en in de koude ochtend juist van de zon. Of je geeft er bijvoorbeeld prioriteit aan om in de ochtend niet de tent uit te branden. Als je heel vroeg vertrekt is dat weer minder interessant.

Als het waait en je hebt geen volledige beschutting hou je rekening met de wind: de meeste tenten hebben een voorkeursrichting. Die is afhankelijk van de vormgeving. Zorg dat de wind niet op de ingang staat, dan blaas je de tent op. Tunneltenten staan het best als de wind schuin op de kop van de luifelkant staat, van de ingang afgericht. Koepeltenten staan het best met de ingang van de wind af. Zorg als het waait altijd voor goede verankering.

Als er kans op regen is en de grond is niet heel goed doorlatend kijk dan wat er met de plek gebeurt. Net op de laagste plek van het veldje kan het een vijver worden; op het flauwe topje van een heuvel van slechts 20 cm hoog zit je al veel beter.

Op campings hou je rekening met de ideale plaats: als er in het weekend of in de toeristenmaanden karaoke of kinderdisco in de bar is, is een plek ver van de bar misschien belangrijker dan een plek dichtbij de toiletten. Vaak lijken plaatsen dichtbij het zwembad in de middag vervelend, maar vaak gaan zwembaden op tijd dicht en wordt het daar juist rustig, al kan een joelende zwembadpomp toch zorgen dat je je oordopjes nodig hebt. Zet je tent niet op voor of achter geparkeerde auto's, dan kunnen ze niet op je rollen als ze van de handrem springen of wanneer de driejarige hummel van de buren het sleuteltje ontdekt.

Inspecteer voordat je de tent opzet de grond onder de tent op voorwerpen zoals doornen, dennenappels, steentjes, scherven en verwijder deze. Controleer ook even op muizenholen; zijn die er zoek dan liever een andere plek. Zoek een steen die als hamer dient om de haringen in de grond te slaan. Als er niet heel veel stenen rondslingeren en er is geen caravanbuurman met een hamer dan ligt er bij een boom vaak wel een hamersteen die door talloze kampeerders voor jou is gebruikt. Sla de haringen er met niet al te harde slagen geleidelijk in de grond. Gelukkig heb je niet alleen de goedkope haringen die bij de tent horen maar ook een aantal rotspennen bij je; dit zijn rechte haringen van gehard aluminium en ze zijn bij elke buitensportzaak te koop. Zodra een gewone haring niet wil probeer je het met een rotspen. Wil deze ook niet, ga dan niet rammen maar probeer het dan een paar centimeter ernaast. Uiteindelijk lukt het altijd. Als de bodem zo zandering is dat de haringen weinig grip hebben, leg dan stenen of ander zware dingen bovenop de haringen.

Onder een boom is mooi, maar let op of er dode takken in hangen die bij een flinke windvlaak naar beneden kunnen komen. Bij wildkamperen kampeer je niet onder vrijstaande bomen als er kans op onweer is. Meer informatie over wildkamperen vind je via de pagina Wildkamperen.

Als de tent staat en de inventaris is op de plek waar het moet zijn, parkeer je fiets dan op een plaats waar hij niet óp de tent valt als hij omvalt.

En weer afbreken[bewerken]

Over het afbreken van een tent zijn de ervaringsdeskundigen het niet helemaal eens. Je maakt de tent leeg en bezemt hem met een borstel of met de hand uit, tot zover lukt het nog.

Daarna komen vragen:

  • of je de ritssluitingen moet sluiten of niet. De meningen verschillen. Met de ritssluitingen dicht inpakken is wel handiger omdat je de ritssluitingen bij het opzetten dicht moet hebben om de tent correct te kunnen opspannen. Het dichtmaken is handiger als de tent staat.
  • of je de tent als hij vochtig of stoffig is moet afdoen met een doekje of spons is ook een vraag. De een vindt het netter, de ander overbodig. De kans dat je er gedurende een trip schimmel mee voorkomt is erg klein: dan zou je de tent 100% droog moeten maken en het maakt alleen verschil als je de tent een aantal dagen in de tas moet laten zitten.
  • of je de tent over een haag of struik moet hangen voordat je vertrekt is iets minder discutabel. De schrijver deses vindt het risico dat je een gat in de tent maakt veel groter dan het nauwelijks aanwezige schimmelrisico.
  • De een maakt de haringen schoon, de ander niet. Schoon zijn ze lichter zullen we maar zeggen.

Waar geen discussie over is:

  • Netjes opvouwen is niet verstandig. Als je stof steeds op dezelfde plek vouwt is de kans groter dat er een lek ontstaat. Doe daarom geen moeite en vouw of rol de tent een beetje willekeurig.
  • De tent in de tas proppen zoals je met slaapzakken wel doet is ook niet verstandig. Door het proppen krijg je onnodig veel vouwtjes.
  • Als je langere tijd de tent niet gebruikt zoals een week of een winter, dan moet deze zeker kurkdroog zijn anders krijg je schimmel. Bewaar de tent thuis niet in een waterdichte zak, maar in iets dat dampdoorlatend is. Als je veel ruimte hebt zoals een zolder leg de tent dan een tijd op een ruime hoop zodat hij kan drogen. Pas wel op dat de huisdieren er niet meer aan de gang gaan...

Lees ook de veiligheidswenken onder 'kampeer veilig' op de pagina Veiligheid onderweg