Welke soort versnellingen kies ik?

Uit FietsVakantieWiki
Versie door Localhost (overleg | bijdragen) op 3 jan 2021 om 12:59 (1 versie geïmporteerd)

In de jaren twinting van de vorige eeuw doorkruisten al vele fietstouristen de wereld voorzien van dikke wollen truien, een paar versnellingen, wat piepende rommel wat later de naam rem zou krijgen en dat over trajecten die we nu niet meer als weg zouden herkennen. Oftewel het is handig als je niet direct door je fiets zakt, maar de rest van alle moderne toeters en bellen is luxe. Met versnellingen op vakantie is dus geen noodzaak maar een keuze. Met minder versnellingen zul je vaker moeten lopen en zal het daggemiddelde minder zijn. Met meer versnellingen is de verleiding om meer kilo's mee te sjouwen groter en zal het onderhoud ook (meestal) toenemen. Feit is wel dat de postkoets route waarop men in vroeger tijden fietste niet erg steil was. Die wegen zijn er nog steeds, maar omdat dit juist de wegen zijn die zijn omgebouwd naar A-, N- of zelfs E-wegen gaan de meeste fietsers om zoek naar rustiger routes. Helaas(?) zijn die vaak een stuk steiler.

Derailleurs

Maar luxe mag en de meest verbreide vorm om een fiets van veel versnellingen te voorzien is met derailleurs. Het achterwiel wordt voorzien van veel verschillende tandwielen (tegenwoordig meestal 8, 9 of 10; minder is nauwelijks meer te krijgen) en het crankstel biedt ook nog keus uit drie. Door met voor- en achterderailleur de ketting geschikt te laten ontsporen (Fr; derailler) kun je andere tandwielcombinaties gebruiken en naar keuze zwaarder of lichter trappen. Huidige fietsen zijn daarbij zonder uitzondering voorzien van indexsystemen, waarbij het derailleursysteem zelf het gewenste kransje opzoekt. Belangrijk onderdeel van de indexversnelling zijn de versnellingshandeltjes (commandeurs), die bijna zonder uitzondering op het stuur worden gemonteerd (de uitzondering zijn de nog steeds leverbare onderbuiscommandeurs)

Voor op vakantie wil je vooral zeker zijn dat je een voldoende licht verzet hebt om de heuvels en bergen op te komen. Omlaag lukt altijd wel. Voor de meeste fietsers is een crankstel met drie voorbladen en een achterwiel met minimaal zeven kransjes (tegenwoordig vaker 8, 9 of 10 maar dat voegt niet heel veel toe) dan genoeg. Daarmee heb je minimaal 3 x 7 = 21 combinatiemogelijkheden. Die combinaties overlappen elkaar gedeeltelijk dus wat overblijft zijn 12 of meer combinaties. De lichtste daarvan is bepalend. Voor een redelijk vlakke buitenlandtocht voor een beginner of een heuvelachtige tocht voor een gevorderde is een kleinste voorblad met 28 en een grootste achterkransje van 32 voldoende. Wordt het pittiger of wil je ook het steile stukje vlak voor de camping kunnen fietsen dan kun je voor een voorblad met 22 tanden kiezen. Kransjes zijn er ook tot 34 en zelfs 36, maar die zijn niet zo gemakkelijk te vinden.

Met een vlak (= recht, vrijwel recht, krakeling- etc.) stuur krijg je mountainbike-onderdelen. Hierbij kun je schakelen door de handgrepen te verdraaien (gripshift), met twee druk- en trekknoppen aan elke kant of -als je duur doet- door de remgrepen te verdraaien. De gripshifts hebben als voordeel dat je in één beweging de ketting van links naar rechts kunt schakelen, met de andere systemen moet dat in meerdere kleine stapjes. Ouderwetse duimschakelaars zijn nog simpeler, met dikke wanten aan nog te bedienen, en je ziet of voelt direkt in wat voor versnelling je fietst. In een bruikbare kwaliteit zijn ze moeilijk te vinden, maar er zijn ook adapters waarbij je crosscommandeurs in die positie bovenop het stuur kunt zetten.

Mountainbikegroepen, die vaak op vakantiefietsen worden gebruikt, zijn hoofdzakelijk Shimano en SRAM. Shimano, Campagnolo en SRAM maken groepen voor de racefiets. De meest geliefde schakelhendels op een racestuur voor een vakantiefiets zijn cross-commandeurs, die in het stuureinde worden gemonteerd. Deze handels zijn simpel, kosten weinig kracht en je kun schakelen door ze een mep te geven terwijl je een boterham vasthoudt! Bovendien is de voorderailleur niet geindexeerd, wat het afstellen en schakelen van vreemde tandwielcombinaties veel eenvoudiger maakt. Andere -duurdere- oplossingen integreren de schakelhandels met de remgrepen.

Rohloff

Steeds vaker voorkomend tussen de derailleurs is de Rohloffnaaf. Deze naaf werd ontwikkeld voor mountainbikes, maar wordt misschien nog wel vaker gebruikt in reis-, lig- en woon-werk fietsen. Tandems mag trouwens ook. Deze naaf heeft 14 mooi verdeelde versnellingen die met een draaigreep bediend worden. In tegenstelling tot derailleurs schakelt de Rohloff altijd (ook bij stilstand) en hoef je nooit na te denken hoe je een lichtere dan wel zwaardere versnelling vindt, wat met twee verschillende derailleurhandeltjes wel eens tegenvalt. De Rohloffnaaf is zeer robuust, loopt niet opvallend zwaarder (een zachte band is veel erger) maar kost helaas veel geld. Goedkopere alternatieven bestaan in de vorm van 8 versnellingsnaven (van Shimano en Sturmey Archer), maar die hebben onvoldoende bereik voor een vakantiefiets. De Shimano Alfine-11 heeft 11 verzetten waarvan er 10 mooi op een rij zitten maar de 1 niet. Het totale bereik van de Alfine-11 is voor op vakantie net te klein.