Welke-onderdelen-stuk

Uit FietsVakantieWiki
Versie door Localhost (overleg | bijdragen) op 3 jan 2021 om 12:59 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een fiets is een mechanisch zwaar belast vervoermiddel. Een gewone auto weegt 1200 kilo en kan 500 kilo aan last vervoeren; een fiets weegt 15 kilo en kan gemakkelijk 100 kilo vervoeren. Als een fiets net zo ontworpen zou zijn als een auto zou de fiets 240 kilo wegen! Alle onderdelen op een fiets zijn dan ook lichtgewicht ontworpen en kunnen stuk.

Elke trekkende fietser zou zelf het normale onderhoud moeten kunnen verrichten zoals banden plakken, versnellingen en remmen afstellen, kabels vervangen en afstellen, stuur en zadel afstellen, schroefjes en boutjes controleren en aandraaien. Bij fietsen met hydraulische remmen en versnellingsnaven is specifieke kennis hierover nodig.

Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, dus je begint met goede spullen waarvan je weet dat ze niet binnen 1000 km versleten zijn. Als je een splinternieuwe fiets hebt, fiets er dan eerst thuis een aantal tochten en een trekkersweekend mee, dan weet je dat alles op zijn plek zit en de kleinigheden eruit zijn.

Hieronder tips voor enkele bijzondere zaken die onderweg wel eens willen gebeuren.

Spaken[bewerken]

Je hebt meestal meerdere lengtes spaken op je fiets, omdat voorwielspaken meestal een andere lengte hebben dan achterwielspaken. Bij derailleurfietsen heeft het achterwiel bovendien links en rechts spaken van verschillende lengte. Je moet dan ook meerdere lengten reservespaken meenemen. Deze kan je met plakband aan een recht stuk buis op je fiets plakken, langs de pomp plakken of met een kurk in de zadelpen steken. Je hebt er nooit omzien naar en toch heb je je reservespaken bij je. De korte achterwielspaken krijgen het het hardst te verduren en zullen als eerste stuk gaan. Een wereldtocht gepland? 3 reservespaken per lengte is geen overbodige luxe. Om de spaken in het achterwiel te vervangen heb je meestal ook een tool nodig om je tandwielen van de naaf te halen. Of je moet een noodspaak gebruiken, die je van de 'verkeerde' kant in de naaf kunt steken. Pas op voor ' universele' noodspaken, die hebben vaak niet de goede lengte. Een goede fietsenmaker maakt noodspaken op maat.

Banden[bewerken]

Banden met een antileklaag zijn onontbeerlijk zodra je in landen komt waar het asfalt niet heel goed is of je stukjes onverhard gaat fietsen. Bermen in mediterrane landen liggen vol met doornen! Een goede achterband gaat 5000 à 15000 km mee, een voorband soms wel het dubbele. Bij gebruik van een passende band voor de gegeven omstandigheden blijven de lekke banden beperkt (+/-1 per enkele duizenden km).

Losgetrilde boutjes en moertjes[bewerken]

In landen waar je veel op niet-verharde stukken of hobbelige wegen zal rijden, kun je vijsjes verliezen. Ze komen los te zitten door het trillen van je fiets en vallen eraf. Regelmatig al je kleine vijsjes controleren en terug vastzetten is geen overbodige luxe, zeker bij nieuwe fietsen. Je kan ook een potje (bv een oud filmrol-kokertje) meenemen met enkele soorten reservevijsjes en wat bouten. Een nog betere oplossing is om zelfborgende vijzen te gebruiken.

Gebroken dragers[bewerken]

Gebroken dragers zijn vaak onderweg te repararen met allerlei voorhanden spullen: tie wraps, ijzerdraad, touw of glasvezel in combinatie met tweecomponentenlijm. Het fijne is dat hoe armoediger het land is, hoe gemakkelijker je dit soort spullen kunt vinden en hoe bedrevener de bevolking is in het repareren. Drageroogjes zijn wat lastiger. Als er een oogje aan het frame bij de achterdrager is gebroken is het soms mogelijk de drager op het andere oogje, waarschijnlijk bedoeld voor het spatbord, te monteren. Misschien moet het spatbord dan het veld ruimen, maar je kunt verder.

Kogellagers[bewerken]

Kogellagers gaan zelden plotseling stuk maar willen wel eens speling gaan vertonen. Om erger te voorkomen moet je daar geen 500 km mee doorfietsen. Gelukkig is het afstellen van naven goed onderweg te doen, al is daar wel enige oefening voor nodig die je het best vooraf krijgt. Ook afstellen of hermonteren van balhoofdstel en trapas zijn niet moeilijk al is het benodigde gereedschap wat zwaar om mee te nemen.

Freewheel[bewerken]

Als het freewheel doordraait kun je door het grootste kransje met touw of ijzerdraad met de spaken te verbinden van de fiets een doortrapper maken. Realiseer je wel dat wanneer de kettingloop fout gaat de snelheid van de fiets nu de hele zaak kapot zal trekken, dus dit is een noodoplossing waar je heel langzaam en voorzichtig mee moet fietsen. Trapt het freewheel door bij vorst dan zijn de palletjes in het inwendige vastgevroren. Probeer vanaf de achterkant kruipolie in de spleet tussen de body en het naafhuis te krijgen, misschien wordt het dan weer gangbaar

Gebroken frame[bewerken]

Net als bij een drager kun je met touw, draad, glasvezel, lijm en haringen aan de slag om de zaak te spalken, als er tenminste ruimte is en er geen onderdelen in de weg zitten. Laten lassen in het buitenland kan ook, maar omdat de lastechniek van de lasser van de plaatselijke landbouwwerktuigenreparateur toch onsubtiel is voor dunwandige fietsbuisjes is dit ook tijdelijk. Zoek als het kan een plaatwerker, die is gewend om met dun materiaal om te gaan.

Ketting[bewerken]

Om een gebroken ketting van een derailleurfiets te repareren is altijd een kettingpons nodig. Afhankelijk van merk en type ketting kun je daarna de ketting weer vastmaken met een reservepennetje of een sluitschakel. Kijk in de documentatie en oefen dit thuis! Dat de ketting daarna iets korter is, kan meestal geen kwaad. Controleer anders of de ketting nog vrijwillig over het grootste voorblad en tegelijk het grootste kransje wil. Gaat dit niet, pas dan op dat je deze combinatie niet tijdens het rijden inschakelt.

Schakel- en remkabels[bewerken]

Dat een remkabel op vakantie breekt kun je voorkomen door te zorgen dat je met nieuwe binnenkabels vertrekt. Bij schakelkabels is dit minder noodzakelijk. Toch gaan schakelkabels afhankelijk van de vloeiende loop toch wel eens stuk. Meestal wordt de breuk aangekondigd door slecht schakelen omdat de kabel iets langer wordt als er strengen beginnen te breken. Een reserveremkabel en twee schakelkabels zijn dan ook geadviseerd mee te nemen en het vervangen is het beste thuis of op cursus geleerd, maar in ieder geval zelf geoefend. Bij hydraulische remmen komt weliswaar geen breuk van binnekabels voor maar door ongelukjes kunnen wel kabels losgetrokken worden. Zelf kunnen bijvullen en ontluchten is de remedie.

Speling op balhoofdstel of trapas[bewerken]

Dit is een twijfelgeval. Goede balhoofdstellen en trapassen gaan zelden zomaar speling vertonen als de fiets al een tijd in gebruik is. Bij nieuwe fietsen komt het vooral bij balhoofdstellen echter voor dat door het fietsen de cups zich gaan zetten en er speling ontstaat. Dat is een reden om niet met een splinternieuwe fiets naar ver weg te gaan. Het meenemen van een balhoofdsleutel en een trapassleutel is natuurlijk een remedie, maar die dingen zijn zwaar en/of groot. Voor het afstellen van een modern draadloos (ahead) balhoofstel heb je trouwens alleen een inbussleutel nodig, en de huidige trapaslagers zijn alleen te vervangen. De meeste fietsers houden het erop dat in geval van speling er een fietsenmaker binnen bereik van één of twee dagen is. Moderne buitenboordlagers hebben geen beste reputatie wat betreft de levensduur. Bovendien gaat het crankstel ook stuk als ze speling gaan vertonen. Bij twijfel dus vervangen, en overweeg, als je naar fietsonderontwikkeld gebied gaat, de lagers en het toolje mee te nemen. (of de fiets te 'upgraden' met een klassiek crankstel)

Voor een overzicht van piepjes, kraakjes en bijgeluiden zie hier.