Wat voor een fiets?

Uit FietsVakantieWiki
Versie door Localhost (overleg | bijdragen) op 3 jan 2021 om 12:59 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Bij het aanschaffen van een vakantiefiets komen er een flink aantal keuzes voorbij. In dit artikel zetten we een aantal dilemma's met hun voor- en nadelen op een rij.

N.b. Voor de keuzes van de afzonderlijke onderdelen van de fiets zie het hoofdstuk Fietstechniek.

De maat, de maat en nog eens de maat[bewerken]

Je hebt het vast al gelezen, maar het belangrijkste aan de fiets is de maatvoering. Al het andere daaraan is ondergeschikt. Op een fiets van toevallig de perfecte maat die uit de bouwmarkt komt zul je lekkerder fietsen dan op een topmodel van 5000 euro van de foute maat. Ga daarom niet direct af op de blauwe ogen van de eerste de beste fietsenmaker die een meetlint langs je houdt en het dan al weet. Zie ook de pagina Frames

Mountainbike, hybride, racefiets of een 'echte' vakantiefiets?[bewerken]

Een gespecialiseerde vakantiefiets is niet heel noodzakelijk. Veel fietsers gaan volledig tevreden op pad met een mountainbike, een hybride of een racefiets. De mitsen en maren daarbij zijn de volgende:

  • Mountainbike. De fiets moet voor jou persoonlijk voldoende comfortabel zijn om vijf uur per dag op te fietsen. Dat is anders dan twee uur raggen over bospaden. Daarnaast moet de fiets voorzien kunnen worden van de benodigde dragers. Meestal zijn de wat eenvoudigere mountainbikes geschikter dan de superlichte wedstrijdversies. Een aanhanger achter de MTB kan ook.
  • Hybride. De fiets moet voldoende stabiel zijn om met bagage achterop stabiel te blijven. De remmen moeten geschikt zijn voor flinke afdalingen. (dus zeker geen rollerbrakes of trommelremmen). Als je flink weegt, je neemt veel spullen mee, je bent sterk en je wilt onverhard dan neem je geen fiets waar 'Light' op staat.
  • Wielrenfiets. Superlichte fietsjes zien er prachtig uit maar worden met tassen achterop soms echte dweilen. Wielen met maar een handvol spaken zijnook heel mooi maar als het stuk is is het lopen. Ook met de wat eenvoudigere wielrenfietsen zul je je moeten beperken in de kilo's die er meegaan. Een aanhanger is een optie, maar kan niet achter elke fiets. Let op benodigde oogjes voor de bagagedrager.

Welke fietsen niet?[bewerken]

  • De opoefiets valt niet alleen af vanwege de remmen die ontoereikend zijn zodra je een heuvel afgaat en het gebrek aan versnellingen om een heuvel op te gaan, maar ook doordat de frames meestal gaan slingeren zodra je bagage meeneemt.
  • De stadsfiets is iets beter maar heeft in Zuid-Limburg of in de Vlaamse Ardennen al meteen een schrijnend gebrek aan lichte verzetten, ook als het een fiets met ee zevenversnellingsnaaf is. De remmen zijn daarbij meestal van het type rollerbrake. Die zijn niet geschikt voor een serieuze afdaling en kunnen daarbij dienst gaan weigeren.

Zowel de opoefiets als de stadsfiets zijn daarbij meestal een stuk zwaarder dan nodig, maar dat is niet bepalend.

Wat kost een vakantiefiets?[bewerken]

Een fiets die aan alle criteria die op de pagina Een fiets kopen voldoet is niet echt goedkoop. Er staat tegenover dat, mits je de fiets goed behandelt en onderhoudt, zo'n fiets je gedurende lange tijd veel en comfortabel fietsplezier kan bezorgen. Een paar richtlijnen:

Nieuwe fietsen[bewerken]

  • Een basic fiets met derailleurversnellingen, v-brakes, een goede drager, waarmee je best over een asfaltroute naar Santiago kunt fietsen: € 700-1200. (O.a. VSF T100)
  • Een betere fiets met derailleurversnellingen, hydraulische of v-brakes en twee goede dragers waarmee je ook de stoerdere tochten aankunt: € 1200-1700.
  • Een fiets met Rohloffnaaf, Magura remmen, Son naafdynamo en Tubus dragers: € 2300-3500.
  • Maatwerk: + € 500.
  • Tandriemaandrijving: + €450.

Tweedehands fietsen[bewerken]

  • Eenvoudige fietsen zijn tweedehands met wat geluk wel te vinden, mits je af en toe een concessie wilt doen aan je wensen. Prijzen kunnen variëren van € 350 voor een wat overjarige maar toch nauwelijks gebruikte fiets tot 70% van de nieuwprijs voor een populair model dat wordt aangeboden door iemand die een miskoop heeft gedaan. Zie verder onder Beginnen met een bestaande fiets op de pagina Een fiets kopen

Confectie, naar wens opgebouwd of maatfiets?[bewerken]

Bij veel gerenommeerde merken kun je een fiets kopen op 3 manieren:

1. Confectie: Een fiets die zo uit het rek komt. Dat is het goedkoopste uiteraard, maar behalve je zult zelf moeten gaan sleutelen als je er bv een ander zadel op wilt of een ander stuur. Toch kan dat heel aantrekkelijk zijn als je wens vlak bij die fiets in de folder zit. Goede fietsenmakers zijn wel altijd bereid om enkele persoonlijk onderdelen als het zadel en de pedalen naar wens te monteren.

2. Naar wens opgebouwd: Je kiest een van de 3 à 8 maten van het frame en daarna een hele waslijst aan keuze-opties op een website of uit een prijslijst. Dat is honderd of tweehonderd euro duurder maar je hebt dan precies de uitrusting die je wilt en bovendien garantie op de combinatie.

3. Maatfiets: Als je lichaamsmaten, verhoudingen of de eisen die je lijf stelt afwijken van het gemiddelde en een standaardfiets niet lukt, of je bet gewoon eigenwijs, ga je voor een maatfiets. Dan krijg je een intakegesprek met de fietsenbouwer van een paar uur, je maten worden opgenomen en al je wensen komen aan bod. Na beantwoorden van een duizelingwekkend aantal vragen ga je naar huis en wacht lang: soms duurt het maanden voordat de fiets klaar is. Je fietsframe wordt in dit geval dan ook vanaf een hoopje buizen en kleine metalen onderdelen compleet op maat gemaakt. Reken op minimaal 500 euro meerkosten bovenop dezelfde fiets in niet-maatruitvoering.

Wat voor stuur?[bewerken]

Er is voor iedereen wel een goed stuur. Uitgangspunt voor een vakantiefiets is dat je meerdere handposities nodig hebt omdat je langdurig op de fiets zit en je je handen niet steeds in dezelfde houding wilt houden. Elk stuur moet bovendien passen bij de afmetingen van het frame en goed afgesteld worden. Naast allerlei tussenvormen zijn er drie uitgesproken modellen:

Wielrenstuur. Een wielrenstuur (Eng. Drop Handlebar) moet je bevallen. In het algemeen zijn ze geschikt voor fietsers die graag diep (voorovergebogen) zitten. Sommgen zweren erbij en sommigen hebben er nooit aan kunnnen wennen. Let er wel op dat de remmen en commandeurs behorend bij een wielrenstuur afwijken van de MTB/Hybride/vakantiefietsversies in die zin dat remhendels en commandeurs van een wielrenstuur meestal niet gebruikt kunnen worden bij remmen en derailleurs van andere fietsen. Lees hiervoor ook de pagina Een bestaande fiets verbeteren?.

Recht stuur. Je hebt rechte sturen bijna zo recht als een bezemsteel en je hebt rechte sturen met een beetje 'rise', die het stuur iets dichterbij de rijder brengen. In beide gevallen geeft een recht stuur te weinig handposites. Meestal worden bar ends toegevoegd om het aantal posities te vergroten.

Krakelingstuur. De naam zegt het al: het stuur heeft de vorm van een krakeling of een 8. Zo'n stuur geeft veel handposties maar heeft als nadelen dat het groot is, slap is (al vinden anderen de vering fijn) en dat montage van een stuurtas complicaties kan opleveren die opgelost moeten worden met een verlenger.

Staal of aluminium?[bewerken]

Een van de meest hardnekkige discussies op fietsfora die elk jaar weer terugkomen is de keuze tussen staal en aluminium. Ook hier geen definitief antwoord. Een lijstje met vermeende voor- en nadelen:

  • Een aluminium fiets is lichter. Nee en ja. Je kunt ook van staal lichte frames bouwen en er zijn aluminium fietsen waarvan het frame zwaar is. Van beide materialen is een goede vakantiefiets te bouwen die voldoende stijf maar tocht comfortabel is. Daarbij zijn aluminium frames wel iets lichter, ca. 0,5 tot 1 kg.
  • Een aluminium fiets is te stijf. Niet per definitie. Er zijn ook aluminium fietsen die fors te slap bleken. Gemiddeld genomen zijn ze echter inderdaad wat stijver dan stalen versies. Voor een licht persoon die weinig meeneemt een nadeel, maar voor een groot en zwaar persoon die veel bagage meeneemt akn dit ook een groot voordeel zijn omdat de fiets goeg stabiel blijft.
  • Staal is repareerbaar onderweg. Ja, maar... Staal kan inderdaad in elk buitenland door de smid op de hoek weer aan elkaar gebakken worden, maar of er dan wat sterks overblijft van de dunwandige buisjes is de vraag. Ook lassers die wel over een TIG-lasapparaat beschikken maken je fiets niet zonder meer zo betrouwbaar als voorheen. Als er toch een TIG-lasapparaat is, dan is er misschien ook wel iemand die aluminium kan lassen. Je komt er allemaal vast mee tot het einde van je vakantie, maar wat ga je dan doen?
  • Aluminium roest niet. Helaas. Aluminium roest ook. Het is maar net afhankelijk van hoe je een fiets misbruikt in regen en vooral pekel en van de kwaliteit van het lakwerk of er problemen komen. Dat kan zowel bij aluminium als bij stalen fietsen. Daarnaast heeft staal ontegenzeggelijk het voordeel dat de plaatsen met schroefdraad in het frame waar je iets zoals een drager in vastschroeft duurzamer zijn.

26 inch of 28/29 inch?[bewerken]

Een ander hardnekkig discussieonderwerp is de vraag wat de ideale wielmaat is voor een vakantiefiets. De discussie heeft altijd van oorsprong dat fietsen met grotere wielen in principe lekkerder rijden. Iedereen die wel eens op een vouwfiets met heel kleine wieltjes heeft gefietst weet dat daar een kern van waarheid in zit: zo'n vouwfiets is nooit zo stabiel als een fiets met grote wielen. Hoewel er in de geschiedenis heel wat wielmaten zijn geweest is de situatie op de markt voor vakantiefietsen anno nu vereenvoudigd tot de keuze tussen twee (à drie..) maten:

  • 26 inch: dit is dé maat in de mountainbikewereld en voor alle fietsen die op mountainbikes willen lijken.
  • 28 inch: dit is dé maat in de wielersportwereld en de wereld van stads- en hybridefietsen in Nederland en de ons direct omringende landen.
  • 29 inch: dit is aanduiding voor fietsen waar 28" banden in passen met een dikte van 50 mm of meer. Het is dus geen echte wielmaat.

De praktijk van deze twee maten houdt in dat met beide maten uitstekende vakantiefietsen met uitstekende rijeigenschappen zijn te maken. Zo groot is het verschil namelijk niet. Bovendien worden op de kleine wielmaat vaak dikkere banden gemonteerd waardoor de effectieve wieldiameters heel dicht bij elkaar komen te liggen.

29" even buiten beschouwing latend gelden voor de andere twee maten de volgende voor- en nadelen:

26" 28"
Rijd marginaal iets minder lekker Rijdt marginaal lekkerder
Er is veel keuze in dikke banden, minder in dunnere. (vanaf 47) Er is veel keuze in dunne en gemiddeld dikke banden. (tot 42)
Reservebanden zijn wereldwijd verkrijgbaar, zij het vaak niet in goede kwaliteit. Reservebanden in de benodigde dikte zijn niet overal gemakkelijk verkrijgbaar, dat geldt meteen in België al.
Reservevelgen zijn wereldwijd verkrijgbaar, behalve in exotische spaakaantallen als 40 en 48. Reservevelgen zijn niet over gemakkelijk leverbaar. Een racevelg kan een tijdelijke oplossing zijn.
De wielen zijn iets sterker. De wielen zijn iets minder sterk.
Ook voor kleine personen is hiermee een goed geproportioneerde fiets te bouwen. Onder een bepaalde maat geven de grote wielen ontwerpproblemen. Gevolg is vaak een hoog geplaatst bracket, voeten die tegen het voorste wiel aankomen.
Sommigen vinden 26"-fietsen in grote maten niet mooi. Zien er volgens sommigen mooier uit in grote maten.
De fiets is wat compacter De fiets is wat groter. In combinatie met een grote framemaat kan het gebeuren dat de fiets niet in de vliegtuigdoos past of niet in de auto wil.
De verkregen verzetten zijn iets lichter. De verzetten zijn iets zwaarder waardoor je bij behoefte aan een heel licht verzet iets minder keuze hebt.