Fietsen met kinderen

Uit FietsVakantieWiki
Versie door Localhost (overleg | bijdragen) op 3 jan 2021 om 12:59 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

(Oorspronkelijke tekst door Willem Jongman)

Wie in familiekring vertelt met kinderen op fietsvakantie te gaan wordt meestal totaal voor gek verklaard. De familie kan zich niet voorstellen dat je met minder dan een enorme tent op pad gaat, met grote luchtbedden, zwembanden, een enorme kampeerkeuken, of een campingkoelkast. Toch hebben ze het mis. Vooral jonge kinderen maakt dit allemaal niets uit, terwijl ze enorm van de afwisseling van het fietsreizen kunnen genieten. Jonge kinderen geven niet om al die spullen, en hoe minder je bij je hebt hoe minder rotzooi ze kunnen maken. Als je geen gezeur van kinderen wilt hebben moet je ze juist bezighouden. Praktisch gesproken hoeven er als je realistische plannen maakt geen heel grote problemen te zijn.

Het eerste wat je je moet realiseren is dat vooral jonge kinderen geen heel grote afstanden aan kunnen. Je kunt wel degelijk kinderen van een of anderhalf jaar meenemen op de fiets, maar zorg dan dat de dagafstanden niet meer zijn dan een kilometer of dertig, en fiets niet iedere dag. Om de andere dag is een mooi schema. Hiermee is al gelijk duidelijk dat je met jonge kinderen geen echt verre tochten kunt maken zoals op de fiets naar Rome of de Middellandse Zee.

Exotische landen zijn ook niet direct het eerste idee. Heel warm of heel koud weer kan voor kinderen erg vervelend of zelfs gevaarlijk zijn, en exotische landen kunnen heel gevaarlijke exotische ziekten herbergen. Peuters en kleuters zijn nog erg kwetsbaar, maar gelukkig wordt dat snel minder als ze wat ouder worden. Zelf zijn wij de eerste paar jaar in Nederland gebleven, om pas daarna de omringende landen te verkennen.

Het tweede belangrijke inzicht is dat je veel bagage bij je zult hebben. Een lichte uitrusting voor een gezin van vier personen weegt toch al gauw 60-65 kg, en verdeeld over twee fietsen is dat al heel veel. Daar komt bij dat ook de kinderen zelf eigenlijk gewoon bagagegewicht zijn. Dit betekent dat je nog meer dan bij tochten met volwassenen heel streng moet zijn op overbodig gewicht. Desondanks is het raadzaam een route uit te kiezen met heel weinig klimwerk. Dit grote bagegewicht roept ook de vraag op hoe je dit allemaal vervoert, samen met de kinderen. Als je een jong kindje hebt is het allemaal nog niet zo moeilijk. Een kind van twee jaar oud kan heel gezellig in een zitje voorop, en als het iets ouder is achterop. Heb je er twee, dan is een kinderkar een betere optie. Dat is comfortabel en veilig voor ze, en belast je fiets niet al te veel. Wel moet je je realiseren dat die karren meestal van zichzelf ook al weer een kilo of tien wegen. Dat is op vlak terrein geen ernstig probleem, maar wel zodra je gaat klimmen. Let er bij de keuze van een kar op dat ook wat langere kinderen er nog goed in passen. De kar moet toch echt wel bruikbaar zijn tot een jaar of vijf. Zorg verder voor goede brede banden, die veren beter en volgen beter het spoor.

Voor je bagage bieden die kinderkarren ook enig soelaas omdat je er altijd ook wel wat bagage in kwijt kunt. Als dat niet genoeg is kun je denken aan een bagagekar. Die bestaan er eigenlijk in twee typen: de eenwielers en de tweewielers. Een wielers zoals de bekende BOB hebben het voordeel dat de de trekkende fiets erg goed volgen en zijn dus vooral bij mountainbikers erg populair. Het nadeel is dat je er niet zo veel op kunt laden als op een tweewieler, en dat de kar door de berijder en het fietsframe rechtop gehouden moet worden. Het voordeel van een tweewieler is dat er meer op kan, en dat de kar zichzelf overeind houdt (nuttig achter bijvoorbeeld een minder stijve racefiets of een tandem).

Maar als je kinderen dan een jaar of vijf zijn komt het volgende probleem: ze passen niet meer in de kinderkar, maar zijn toch nog te jong om zelfstandig te fietsen. Wat doe je dan? De oplossing hier is die van de aanhangfiets of de kindertandem. Iedereen heeft ze tegenwoordig wel eens gezien, die aanhangfietsjes: je kind mag wel fietsen maar niet sturen. Het probleem met de meeste aanhangfietsjes is helaas dat ze niet erg stabiel zijn. Vooral de goedkopere modellen hebben koppelingen met veel speling. Dat heeft des te grotere gevolgen omdat kind en ouder niet in hetzelfde ritme trappen. Een dure aanhangfiets als de Burley Piccolo is veel beter, maar ook gelijk flink wat duurder (maar er is wel tweedehands aanbod). Ideaal is een zogenaamde kindertandem. Dat zijn gewone mtb tandems waarbij de achterste zitbuis veel korter is, zodat er achterop een kind past in plaats van een volwassene. In principe kunnen kinderen hierop tot de pubertijd meefietsen, maar onze ervaring is dat ze er vanaf een jaar of acht geen zin meer in hebben. Tot die tijd is het echter een prachtige oplossing die oerstabiel rijdt, en waarachter je zonder probleem nog een bagagekar kunt hangen. De aanschafprijs is relatief hoog, maar je krijgt er ook voor jezelf gelijk een goede vakantiefiets mee, en na een reeks van jaren is de verkoopprijs op de tweedehands markt anders dan bij solofietsen vrij hoog. Als je niet net een solofiets voor de vakantie gekocht hebt is het dus ook financiëel best aantrekkelijk. Het aanbod van zulke tandems wisselt wat, en je zult wat moeten zoeken, maar wij waren zeven jaar lang erg blij met onze Engelse Thorn Voyager Childback.

Als de kinderen dan een jaar of acht zijn sta je voor de volgende fase waarin ze zelf willen gaan fietsen, en dat ook best kunnen zolang je een autoluwe route volgt, en zolang je al te steile en vooral lange beklimmingen vermijdt. Dat laatste is in het begin ook nodig omdat kinderen van een jaar of acht nog grote moeite hebben met de combinatie van voor en achter derailleurs. Voor een kind van 8-10 jaar is een fiets met alleen een achterderailleur eneen 11-34t cassette eigenlijk veel geschikter. Dat is in principe wat goedkoper, en ook lichter. En gewicht speelt hier een grote rol. Kinderfietsen mogen niet te duur zijn, en zijn dus door de wat goedkopere onderdelen vaak bijna net zo zwaar als fietsen voor volwassenen. Zodra het omhoog gaat merk je dat. Al met al zijn enigszins betaalbare vakantiefietsen voor kinderen in de leeftijd van acht jaar en ouder in Nederland nauwelijks te koop. De grote bekende merken zijn allemaal overgestapt op een 3 versnellingsnaaf waarmee je in het buitenland nergens komt. Het argument is dan dat dat minder onderhoud is, maar in onze praktijk is een derailleurfiets bij zulke jonge kinderen helemaal geen probleem, ook niet als de fiets tegelijk gebruikt wordt als schoolfiets. Daarnaast hebben die fietsen tegenwoordig vaak een goedkope naafdynamo. Een naafdynamo is een prima ding, maar de goedkope zijn loeizwaar, en geven flink wat weerstand. Maar waar haal je dan wel iets bruikbaars vandaan voor een enigszins redelijke prijs? Vooral voor de leeftijd 8-10 jaar zijn de mogelijkheden beperkt. Het ook in Nederland vrij veel verkochte Duitse merk Stevens heeft enkele nette kinderfietsen met deraileur, met als grootste bezwaar dat de cranks relatief lang te noemen zijn; dat is slecht voor de jeugdige knieën. De echte specialist is het Engelse merk Islabikes, met een prachtig gamma betaalbare modellen waarmee je prima op vakantie kunt. De fietsen zijn zo licht mogelijk gehouden, en hebben aangepaste kleinere onderdelen zoals sturen, remgrepen, cranks etc. Het enige probleem zal voor sommigen zijn dat je de fiets niet zelf kunt bekijken, maar rechtstreeks in Engeland moet bestellen. Als je kinderen wat ouder zijn kun je denken aan de grotere modellen van Islabikes, of aan eenvoudiger modellen mountainbikes in de kleinere maten. De damesframes (niet met lage instap, voor de duidelijkheid) van bijvoorbeeld Cube hebben niet alleen een wat mee rechtop geometrie die veel kinderen (ook jongens dus) zal aanspreken, maar zijn ook wat lichter, en hebben soms wat aangepaste onderdelen. En ze zien er heel cool uit.

Wie met kleine kinderen op vakantie gaat zit meestal al snel ook aan een nieuwe tent vast. Het eerste kind past soms nog wel in het kleine tentje waarmee je lang samen op pad ging, maar zeker als er een tweede komt zal er een andere tent moeten komen. Dan heb je in principe drie mogelijkheden: een grote tent, een grote tent met twee compartimenten, of twee aparte tentjes. Dat laatste is natuurlijk het goedkoopste, zeker als je net een nieuwe tweepersoonstent had gekocht. Toch is dat niet optimaal. Met kleine kinderen wil je ze echt nog goed in de gaten kunnen houden, bijvoorbeeld als het koud is en ze snel kunnen afkoelen. Ook wil je ze kunnen troosten als het onweert of wat dan ook. Helaas is de keus aan lichtgewicht familietenten niet groot: met kinderen wordt je blijkbaar geacht met de auto te gaan. Veel ouders kiezen voor een familietent met twee compartimenten, nadeel daarvan is dat je weinig controle hebt als de kinderen echt jong zijn; als ze ouder zijn willen ze toch hun eigen tent. Ook dan komt die grote familietent de eerste paar jaar nog goed van pas, als je haast hebt en geen zin hebt om meer dan een tent op te zetten, als het erg slecht weer wordt, om er samen in te zitten en om alle spullen op te bergen.

Voor veel meer informatie over Fietsen met kinderen zie de website fietsenmetkinderen.info

Verslagen